Wat is een voedingsintolerantie

Het vermoeden bestaat dat meer dan 45% van de mensen overgevoelig reageert op bepaalde voedingsmiddelen. De effecten zijn vaak niet levensbedreigend, maar de klachten kunnen een enorme impact hebben op de kwaliteit van leven. De symptomen van een voedingsintolerantie kunnen tot 72 uur na het eten van een ‘trigger’-voedingsmiddel optreden. Gemiddeld hebben personen die aan voedingsintoleranties lijden ca. 4 tot 5 van dit soort trigger-voedingsmiddelen.

Hoe ontstaat het

Voedingsintoleranties worden vaak veroorzaakt door een verhoogd doorlaatbare darm. Het darmslijmvlies is door stress, infecties, medicijnen of bepaalde voedingsmiddelen beschadigd geraakt. Hierdoor komen te grote voedingsmoleculen in de bloedbaan terecht, voordat deze volledig zijn afgebroken. Het lichaam herkent deze moleculen niet en het immuunsysteem ziet ze (ten onrechte) als schadelijke stoffen en maakt dan IgG-antistoffen. Dit kan leiden tot ontstekingsreacties in het lichaam. Ook maakt de darm in dat geval minder enzymen die nodig zijn voor een goede vertering. Hierdoor worden essentiële voedingsstoffen minder goed opgenomen, wat kan leiden tot o.a. een hormonale problemen.

Meest voorkomende symptomen bij een voedingsintolerantie

  • Opgeblazen gevoel
  • Migraine/hoofdpijn
  • Vermoeidheid (chronisch)
  • Hoesten
  • Loopneus
  • PDS (Prikkelbare Darm Syndroom)
  • Buikpijn
  • Obstipatie
  • Diarree
  • Winderigheid
  • Huiduitslag (jeuk/roodheid)

Overige klachten

  • ADD/ADHD
  • Acne
  • Angstaanvallen
  • Depressie, stemmingswisselingen
  • Diabetes
  • Duizeligheid
  • Haaruitval
  • Hoge bloeddruk
  • Hormonale stoornissen
  • Infectiegevoeligheid
  • Overgewicht
  • Spier-/gewrichtspijn
  • Verzuring

Onderzoek naar voedingsintolerantie

Voedingsintoleranties kunnen worden aangetoond in bloed. De mogelijkheden worden besproken in het consult. Op basis van de gevonden intoleranties, kan worden bepaald welke voeding vermeden moet worden om de klachten te verminderen. Daarnaast is het belangrijk om de darmgezondheid te herstellen, toxinen te verminderen en af te voeren, ontstekingen te remmen en het immuunsysteem te reguleren. Om de darmgezondheid in kaart te brengen, kan aanvullend onderzoek naar vertering en darmflora nuttig zijn.